Veel mensen schaken in huiselijke kring en er worden dan afwijkende regels gebruikt. Dit wordt vooral gedaan om het spel eenvoudig te houden. Het traditionele schaken wordt door veel mensen als saai gezien. In de laatste jaren zijn verschillende varianten ontstaan op het traditionele schaken. Je kunt alle varianten spelen op normaal schaakbord. Hieronder een overzicht van bekende varianten.
Dubbel-/doorgeefschaak
Dubbelschaak wordt gespeeld met twee borden en vier spelers. De borden worden zo geplaatst dat aan allebei de kanten een witte en zwarte beginopstelling staat. Spelers die beiden aan dezelfde kant zitten vormen één team. Zodra een speler een stuk slaat van de tegenstander geeft hij dit door aan z'n teamgenoot. De teamgenoot krijgt nu schaakstukken van zijn eigen kleur. Deze stukken mogen op elk moment op het bord worden geplaatst. De speler kan zelf kiezen voor een geschikt moment. De schaakstukken mogen niet op de plek van een ander schaakstuk worden geplaatst. Een pion mag niet op de laatste of eerste rij worden gezet. Een minder bekende variant op dubbelschaak is Bughouse.
Gekkenhuisschaak
Bij gekkenhuisschaak spelen twee personen op één bord. Op het bord wordt gespeeld met twee sets stukken. Als je een stuk slaat mag je deze inwisselen voor een stuk van je eigen kleur. Dit stuk mag je inzitten wanneer je zelf wilt. Je mag het stuk alleen niet plaatsen op een spelersvakje waarop al een schaakstuk staat.
Weggeefschaak
Weggeefschaak wordt gespeeld op één bord met één set stukken. Bij dit spel speel je niet in teams. Bij dit spel is het doel bereikt als je al je schaakstukken hebt weggegeven. Bij deze variant mag de koning wel verloren gaan en is slaan verplicht. Spelers maken bij deze variant ook vaak gebruik van een tijdsklok.
Andere varianten zijn Chess 960 en Can I. Ook deze spellen kan je spelen op een normaal schaakbord.
Terug naar overzicht